Archive | 2019

Verkenning van de aanwezigheid van rifvormende schelpdierbanken op locaties voor nieuwe mosselpercelen : helpdeskvraag 2b in het kader van mosseltransitie (KD-2019-028)

 
 
 
 
 

Abstract


In het kader van de mosseltransitie is er een serie kennisvragen geformuleerd gerelateerd aan (1) mosselzaadvisserij in relatie tot beschermde gebieden en (2) vragen gerelateerd aan de kweek van mosselen en de interacties tussen mosselkweek en natuurwaarden. Deze vragen zijn via de Helpdesk LNV uitgezet.De huidige memo beschrijft kennisvraag 2b: Zijn de gebieden waar nieuwe percelen komen te liggen plekken waar van nature veel (rifvormende) schelpdieren voorkomen? In 2018 is er een T0 bemonstering met een box-corer uitgevoerd in de nieuwe kweekgebieden om de bodemdiergemeenschap voor er percelen aangelegd zullen worden te beschrijven kweek. Omdat deze gegevens pas later dit jaar beschikbaar zullen komen (KOMPRO programma), geven we in deze korte rapportage een korte schets van het voorkomen van schelpdieren en geassocieerde soorten op locaties die in 2014 bemonsterd zijn met een mosselkor. In 2014 is er een verkennende studie uitgevoerd door de werkgroep ‘Nieuwe percelen’ bestaande uit afgevaardigden van het Ministerie van LNV, de mosselsector, de garnalen sector en bureau MarinX. Deze survey had als doel het identificeren van locaties die potentieel geschikt zijn voor mosselkweek. Tijdens deze survey zijn ook gegevens opgeschreven over het voorkomen van schelpdieren. Deze gegevens zijn nu verder opgewerkt en worden in de huidige rapportage beschreven.Uit deze survey blijkt dat in de meeste gebieden mosselen (halfwas/consumptie) aangetroffen zijn. Ook oesters en zeesterren zijn in meer dan de helft van de gebieden waargenomen, terwijl sponzen en slangsterren slechts sporadisch werden gezien. Omdat de aangetroffen hoeveelheden mosselen en oesters onvoldoende zijn om als schelpdierbank geclassificeerd te kunnen worden, kan geconcludeerd worden dat er in de zoekgebieden voor nieuwe percelen zoals die in 2014 bemonsterd zijn geen grote hoeveelheden rifvormende schelpdieren aanwezig waren. Ook op het echolood werden geen aanwijzingen gezien dat er schelpdierriffen aanwezig waren in de zoekgebieden voor nieuwe percelen. In de periode 2014-2018 zijn de discussies over potentiele nieuwe kweekgebieden voortgezet, wat geresulteerd heeft in aanvullende locaties ten opzichte van de gebieden die geinventariseerd zijn in de survey in 2014. Op basis van de huidige kennis kan geconcludeerd worden dat er waarschijnlijk geen rifvormende schelpdieren voorkomen op de locaties die in 2014 geinventariseerd zijn. Gedetailleerdere natuurtypering van de nieuwe kweekgebieden kan echter pas plaats vinden na analyse van de T0 bemonstering uit het KOMPRO programma.

Volume None
Pages None
DOI 10.18174/474612
Language English
Journal None

Full Text