H.P.J. (Hein) van Hout
Vanderbilt University Medical Center
Network
Latest external collaboration on country level. Dive into details by clicking on the dots.
Publication
Featured researches published by H.P.J. (Hein) van Hout.
Huisarts En Wetenschap | 2007
H.P.J. (Hein) van Hout; Myrra Vernooij-Dassen; D.A. Jansen; W.A.B. Stalman
SamenvattingVan Hout HP, Vernooij-Dassen MJ, Jansen DA, Stalman WA. Geven huisartsen aan dementerende patiënten en hun verzorgers de juiste informatie? Een prospectief observationeel onderzoek. Huisarts Wet 2007;50(6):253-8. Achtergrond Veel professionele zorgverleners voelen schroom om dementerende patiënten met de diagnose te confronteren. Wij wilden weten hoe vaak de huisarts patiënten bij wie hij dementie vermoedt de diagnose meedeelt, en hoe vaak hij het aan hun verzorgers vertelt. Daarnaast onderzochten wij hoe vaak die diagnose juist was, en hoe vaak onjuist. Methode Wij voerden een prospectief observationeel onderzoek uit. Wij gaven 64 huisartsen de instructie om gedurende de onderzoeksperiode de NHG-Standaard Dementie toe te passen bij alle patiënten van 55 jaar en ouder bij wie zij voor het eerst dementie vermoedden, en deze patiënten vervolgens te verwijzen naar een multidisciplinaire geheugenpolikliniek die als diagnostische standaard fungeerde. Zowel de huisartsen als het team van de geheugenpolikliniek legden hun bevindingen en handelingen vast op een tevoren opgesteld standaardformulier. Resultaten In totaal registreerden de huisartsen 107 mogelijke gevallen van dementie. Bij 82 patiënten was de verzorger meegekomen. Bij nadere beoordeling achtten zij dementie aanwezig bij 69 personen, afwezig bij 29 personen en onzeker bij 9 personen. In de meeste gevallen was de diagnose van de huisarts juist; een onjuiste diagnose kregen twee mensen die volgens de geheugenpolikliniek niet aan dementie leden en twee mensen die er juist wel aan leden. De huisartsen deelden de diagnose mee aan 42% van de mensen met waarschijnlijke dementie en aan 74% van de verzorgers. Meestal vroegen zij wel naar de ervaringen van de verzorgers, maar in minder dan de helft van de gevallen gaven zij gericht advies. Alleen als de dementie tamelijk ernstig was, waren de huisartsen wat mededeelzamer, maar tegenover de patiënten vertoonden zij een veel grotere schroom om de diagnose mee te delen dan tegenover hun verzorgers. Conclusie Huisartsen bejegenen patiënten met een beginnende dementie en hun verzorgers ambivalent. Zij laten de patiënten vaak in onwetendheid maar brengen de mantelzorgers meestal wel op de hoogte. De diagnosemededelingen waren in de meeste gevallen juist.AbstractVan Hout HP, Vernooij-Dassen MJ, Jansen DA, Stalman WA. Do GPs give the right information to patients with early dementia and their carers? A prospective observational study. Huisarts Wet 2007;50(6):253-8. Background Many professional carers are hesitant about confronting dementia patients with their diagnosis. We wanted to know how often the GP communicates his diagnosis to patients in whom he suspects dementia and how often he tells the patient’s carers. In addition we investigated the frequency with which the diagnosis was correct and how often it was not. Method We carried out a prospective observational study. We instructed 64 GPs to apply, during the period of the study, the NHG Standard for Dementia to all patients aged 55 and older in whom they first suspected dementia and to refer these patents to a multidisciplinary memory clinic which would serve as diagnostic reference. Both the GPs and the team at the memory clinic entered their findings on a previously drawn up standard form. Results The GPs recorded a total of 107 possible cases of dementia, 82 of whom were accompanied by their carers. Subsequent assessment showed dementia in 69 persons, absent in 29 and unsure in 9 cases. In most cases the GP’s diagnosis was correct; two patients were wrongly diagnosed who, according to the memory clinic, did not have dementia and two who were indeed suffering from the condition. The GPs passed on their diagnosis to 42% of the patients with probable dementia and to 74% of the carers. Generally they asked about the carers’ experiences but gave targeted advice in less than half the cases. Only when the dementia was relatively serious were the GPs somewhat more communicative, but were far more reluctant to pass on their diagnosis to the patients than to their carers. Conclusion This study clearly shows that GPs are ambivalent in their approach to patients with early signs of dementia and to their carers. They often leave the patients in ignorance but generally inform the carers.
Huisarts En Wetenschap | 2016
Emiel O. Hoogendijk; Henriëtte E. van der Horst; Peter M. van de Ven; Jos Twisk; Dorly Deeg; Karen M. van Leeuwen; G. Nijpels; A.P.D. Jansen; H.P.J. (Hein) van Hout; J.P.C.M. van Campen
SamenvattingHoogendijk EO, Van der Horst HE, Van de Ven PM, Twisk JWR, Deeg DJH, Van Leeuwen KM, Van Campen JPCM, Nijpels G, Jansen APD, Van Hout HPJ. Een geriatrisch zorgmodel voor thuiswonende kwetsbare ouderen.Huisarts Wet 2016;59(9):396-9.DoelHet evalueren van de effecten van het Geriatrisch Zorgmodel (GZM), een geïntegreerd zorgprogramma, op de kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen.MethodeTussen mei 2010 en maart 2013 hebben we een gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd onder 1147 thuiswonende kwetsbare ouderen (PRISMA-7-score ≥ 3) uit 35 huisartsenpraktijken in Amsterdam en West-Friesland (Nederlands Trial Register NTR2160). De interventie bestond uit geriatrische assessments door een praktijkondersteuner ouderenzorg (poh) bij de oudere thuis, uitmondend in een samen met de oudere opgesteld persoonlijk zorgplan. De poh’s hebben deze interventie elke zes maanden herhaald. De poh’s werkten nauw samen met de huisarts en kregen begeleiding van een geriatrisch expertteam. Patiënten met complexe zorgbehoeften werden besproken in een multidisciplinair overleg. Ouderen in de controlegroep ontvingen de gebruikelijke zorg. De primaire uitkomstmaat was kwaliteit van leven en secundaire uitkomstmaten waren gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven, functionele beperkingen, ervaren gezondheid, psychisch welbevinden, sociaal functioneren en ziekenhuisopnamen. We hebben de uitkomsten bij aanvang van het onderzoek en na 6, 12, 18 en 24 maanden gemeten.ResultatenVan de 1147 deelnemende kwetsbare ouderen namen 782 ouderen tot aan het eind van de follow-up deel aan het onderzoek. We vonden voor geen enkele uitkomstmaat significante verschillen tussen de interventiegroep en de groep die de gebruikelijke zorg ontving.ConclusieHet GZM bleek in ons onderzoek niet effectiever te zijn dan de gebruikelijke zorg die kwetsbare ouderen in de huisartsenpraktijk ontvangen. Op basis van dit onderzoek, en ander recentelijk in Nederland uitgevoerd onderzoek, is grootschalige implementatie van geïntegreerde zorgprogramma’s voor kwetsbare ouderen op dit moment niet aan te bevelen.
Huisarts En Wetenschap | 2002
E. van Rijswijk; H.P.J. (Hein) van Hout; E.H. van de Lisdonk; Frans G. Zitman; C. van Weel
SamenvattingInleiding Onderdiagnostiek en onderbehandeling van depressie en angststoornissen door de huisarts is onderwerp van uitgebreid wetenschappelijk debat. Verschillende factoren dragen bij aan het gesignaleerde probleem. Meerdere onderzoeken met als doel de kennis en vaardigheden van huisartsen op gebied van diagnostiek en behandeling te verbeteren laten bescheiden langetermijnresultaten zien. Ook de uitvoerbaarheid in de dagelijkse praktijk wordt betwijfeld.
Huisarts En Wetenschap | 2004
Berend Terluin; H.P.J. (Hein) van Hout; H.W.J. van Marwijk; H.J. Adèr; van der Klaas Meer; M. de Haan; R. van Dyck
Journal of Mental Health Policy and Economics | 2008
J.E. Bosmans; D.J.F. van Schaik; M.C. de Bruijne; H.P.J. (Hein) van Hout; H.W.J. van Marwijk; M.W. (Maurits) van Tulder; W.A.B. Stalman
Tijdschrift Voor Gerontologie En Geriatrie | 2014
H.P.J. (Hein) van Hout; J. MacNeil Vroomen; L. D. Van Mierlo; F.J.M. Meiland; E.P. Moll van Charante; Karlijn J. Joling; P. van den Dungen; R.M. Dröes; H.E. van der Horst; S.E. de Rooij
Archive | 2000
H.P.J. (Hein) van Hout; E.H. van de Lisdonk; F.G. Zitman; H.C.A.M. van Rijswijk
Huisarts En Wetenschap | 2012
A.P.D. Jansen; H.P.J. (Hein) van Hout; G. Nijpels; F.G. Schellevis; Wab Stalman; H.W.J. van Marwijk; R.M. Dröes; A. M. Pot; F. Rijmen
Value in Health | 2009
J.E. Bosmans; M.W. van Tulder; M.C. de Bruijne; H.P.J. (Hein) van Hout; Marleen L.M. Hermens; H.J. Adèr
Tijdschrift Voor Gerontologie En Geriatrie | 2005
V. Simsek; K. van der Kooij; D.J.F. van Schaik; M. de Haan; H.W.J. van Marwijk; H.P.J. (Hein) van Hout