M.W. Knigge
Leiden University
Network
Latest external collaboration on country level. Dive into details by clicking on the dots.
Publication
Featured researches published by M.W. Knigge.
Tijdschrift voor civiele rechtspleging | 2017
M.W. Knigge
1 Inleiding Voor partijen kan het grote voordelen hebben om tijdens een procedure alsnog tot een schikking te komen. Zij verkrijgen hierdoor sneller duidelijkheid en besparen de kosten die verbonden zijn aan verder procederen. Voorts zal het voor de onderlinge verhouding veelal beter zijn als partijen er samen uitkomen.1 Om een executoriale titel te verkrijgen is het voor partijen niet nodig dat de rechter uitspraak doet. Art. 87 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) biedt de mogelijkheid om een tijdens een comparitie tot stand gekomen schikking in een proces-verbaal neer te leggen. De uitgifte van dit proces-verbaal geschiedt in executoriale vorm. Onder KEI is deze bepaling vrijwel ongewijzigd terechtgekomen in art. 30m Rv (nieuw). Belangrijk daarbij is wel dat dit nieuwe art. 30m Rv is geplaatst in de eerste titel (‘Algemene bepalingen’) en niet meer in de tweede, zodat deze bepaling ook zal gelden in verzoekprocedures.2 Hieronder zal steeds enkel worden verwezen naar art. 87 lid 3 Rv; deze bijdrage is echter evenzeer relevant voor het nieuwe art. 30m Rv. Hoewel het proces-verbaal in executoriale vorm wordt uitgegeven, kunnen er ten opzichte van een rechterlijke uitspraak wel degelijk nadelen zijn verbonden aan een schikking die wordt neergelegd in een proces-verbaal. Uit een arrest van de Hoge Raad van 27 november 2015 blijkt dat voor vorderingen die voortvloeien uit een in een proces-verbaal neergelegde schikking over het algemeen een kortere verjaringstermijn geldt dan voor vorderingen neergelegd in een rechterlijke uitspraak.3 Een schikking neergelegd in een proces-verbaal kan volgens de Hoge Raad niet worden aangemerkt als een rechterlijke uitspraak, zodat de twintigjarige verjaringstermijn van art. 3:324 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet van toepassing is. In plaats daarvan zal meestal de vijfjarige termijn van art. 3:307 lid 1 BW gelden. In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre er nog andere nadelen verbonden zijn aan een in een proces-verbaal neerge-
Tijdschrift voor Arbitrage | 2017
M.W. Knigge; P.L.F. Ribbers
Archive | 2016
M.W. Knigge; van Boom, , W.H.; de Voogd C.G. Breedveld; A.G. Castermans; de Deugd-Dijkman, , M.; J. Hijma
Journal of European Consumer and Market Law | 2016
M.W. Knigge; C.M.D.S. Pavillon
Core concepts in the Dutch Civil Code : continously in motion / Breedveld-de Voogd, C.G. [edit.]; et al. | 2016
de P.C.J. Tavernier; van der J.A. Weide; Voogd C. Breedveld-de; A.G. Castermans; M.W. Knigge; van der T. Linden; ten H.A. Oever
30 | 2016
John Cartwright; Voogd C. Breedveld-de; A.G. Castermans; M.W. Knigge; van der T. Linden; ten H.A. Oever
30 | 2016
de C. Groot; Voogd C. Breedveld-de; A.G. Castermans; M.W. Knigge; van der T. Linden; ten H.A. Oever
30 | 2016
J. Hijma; Voogd C. Breedveld-de; A.G. Castermans; M.W. Knigge; van der T. Linden; ten H.A. Oever
30 | 2016
M.W. Knigge; E.N. Verhage; Voogd C. Breedveld-de; A.G. Castermans; van der T. Linden; ten H.A. Oever
30 | 2016
C.G. Breedveld; A.G. Castermans; M.W. Knigge; van der T. Linden; ten H.A. Oever