R.S.B. Kool
Utrecht University
Network
Latest external collaboration on country level. Dive into details by clicking on the dots.
Publication
Featured researches published by R.S.B. Kool.
Netherlands Quarterly of Human Rights | 2012
R.S.B. Kool
Being confronted with the import of formerly unknown cultural practices, the European public authorities are expected to set clear public standards regarding the alleged harmful nature of such practices. The adopted solutions are often of a legal nature, using the law as a vehicle to frame certain social behaviour as socially unacceptable. One of the practices that have been subject to framing in terms of law and gender are what is commonly referred to as forced marriages. Calling upon human rights law, Europes policy is in favour of penalization of forced marriages. However, such an appeal holds the risk of strategically misuse of human rights law for political benefit. Next to a clear risk penalisation being symbolic, diversity issues bear within a risk of xenophobia. Thus penalisation of diversity issues needs to be analysed scrupulously. This paper addresses the issue of the penalisation of forced marriages in Europe, with special attention paid to a draft law recently submitted by the Dutch government, addressing the issue which actors and factors have contributed forced marriages being put on the European and Dutch political agenda.
PROCES | 2017
R.S.B. Kool; J.M. Emaus
Onlangs verscheen van onze hand het rapport Civiel schadeverhaal via het strafproces.1 Aanleiding tot het onderzoek was de opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) om te bezien hoe de voegingspraktijk anno 2016 verloopt, in het bijzonder gelet op de in 2010 ingevoerde wijziging van het voegingscriterium (art. 361 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv)). Maar ook anderszins was er voldoende aanleiding voor deze verkenning. Sinds de laatste evaluatie van 20072 zijn er namelijk verschillende onderzoeken verschenen,3 werden beleidsmaatregelen getroffen en werd de Handleiding van de Raad voor de rechtspraak gepubliceerd.4 Uit de onderzoeken komt ondubbelzinnig naar voren dat slachtoffers groot belang hechten aan schadevergoeding en een voorkeur hebben voor verhaal via het strafproces. Overwegingen inzake procedurele rechtvaardigheid dragen daar, naast de aan het strafrechtelijk traject verbonden executoriale voordelen,5 aan bij. Er is, anders gezegd, geen ontsnappen aan voor de strafrechtspleging. De vraag ook is of men dat zou willen. Een antwoord op die vraag ligt besloten in de interviews die ten behoeve van ons onderzoek naar civiel schadeverhaal zijn gehouden. Daarin zijn rechters, officieren van justitie6 en advocaten7 gevraagd naar hun opvattingen over de plaats en betekenis van civiel schadeverhaal via het strafproces.8 Zijn die opvattingen gewijzigd ten opzichte van wat daarover is opgetekend in de evaluatie van 2007?9 En hoe komen deze opvattingen tot uitdrukking in de besluitvorming inzake het civiele schadeverhaal? Voordat we dit aandachtspunt uitwerken, besteden we kort aandacht aan de opzet van het onderzoek en noemen we de belangrijkste bevindingen.
Tijdschrift voor religie, recht en beleid | 2016
R.S.B. Kool; Sohail Wahedi
Meisjesbesnijdenis is in Nederland en andere Europese landen verboden. Ondanks dit verbod is van succesvolle handhaving geen sprake. Frankrijk vormt in dit verband een uitzondering. Deze bijdrage analyseert en vergelijkt de strafrechtelijke aanpak in Nederland, Frankrijk en Engeland. Het Franse ‘succes’ zal genuanceerd worden in het licht van de heersende opvattingen over multiculturalisme en de gedachten over de ruimte die het strafrecht zou moeten bieden voor afwijkende praktijken van minderheidsgroepen.
Human Rights Law Review | 2015
R.S.B. Kool
1. Huwelijksdwang is nationaal en internationaal al geruime tijd onderwerp van debat. De laatste jaren wordt de wenselijkheid van strafbaarstelling van huwelijksdwang benadrukt. De vraag of huwelijksdwang strafbaar moet worden gesteld in Nederland en in het internationale strafrecht en zo ja, hoe, vormt de centrale onderzoeksvraag in het proefschrift van Iris Haenen waarop zij aan Tilburg University promoveerde. Uit deze vraagstelling zijn drie deelvragen afgeleid (p. 1-2): 1. ‘What does the phenomenon of forced marriage entail?’ 2. ‘What is the doctrinal basis for criminalisation under Dutch criminal law and international law and what are the differences and similarities between these two levels?’ 3. ‘What is the current legal framework for dealing with forced marriages under Dutch criminal (and civil law) and international criminal law and what are the differences and similarities between these two levels?’ Vervolgens wordt de centrale vraag aangescherpt. Duidelijk wordt waarom in het onderzoek ook het Engelse recht ten aanzien van huwelijksdwang is onderzocht (dat valt namelijk niet uit de vraagstelling en de drie deelvragen af te leiden) en waarom wordt stilgestaan bij de civielrechtelijke dimensie van de aanpak van huwelijksdwang (waarnaar summier in deelvraag 3 wordt verwezen). Zo bevat het proefschrift externe en interne rechtsvergelijking. En dan kiest de auteur ook nog voor een vergelijking met het internationale strafrecht. Het onderwerp wordt al met al van verschillende kanten bekeken. Voor wie belangstelling heeft voor of betrokken is bij de aanpak van huwelijksdwang biedt dit proefschrift om die reden een schat aan informatie.
Utrecht law review | 2010
R.S.B. Kool
Archive | 2006
W.M.E.H. Beijers; S.M.A. Nieborg; M.J.H. Goderie; R.S.B. Kool
European Journal of Crime, Criminal Law and Criminal Justice | 2004
M. Moerings; R.S.B. Kool
Utrecht law review | 2014
R.S.B. Kool; Georgianna Verhage
Archive | 2006
R.S.B. Kool; R.C. Passier; A. Beijer
Archive | 2001
R.S.B. Kool; M. Moerings