Egbert Fortuin

Imperative as conditional : From constructional to compositional semantics

Abstract The topic of constructional inheritance is discussed by means of a detailed qualitative analysis of the conditional imperative construction in Dutch and in Russian. It is argued that the two distinctive features of this construction, as compared with other conditional constructions such as explicit ‘if ’ conditionals, can be motivated in a compositional approach: (i) from the directive imperative construction, the conditional use inherits intersubjective meaning; (ii) from the conditional paratactic construction, it inherits the pragmatic (context-dependent) feature that the situation in the protasis immediately leads to the situation in the apodosis. As such, we show that a compositional analysis, defined as constructional inheritance, is fruitful in motivating both the semantics and the pragmatics of complex constructions.

Deconstructing a verbal illusion: The ‘No X is too Y to Z’ construction and the rhetoric of negation

Abstract The sentence No head injury is too trivial to be ignored is often presented as a verbal illusion. According to the standard view, this sentence, which seems perfectly acceptable at first sight, is in fact logically incorrect. It is usually assumed that sentences such as these are produced as the result of negation overload, but get a coherent interpretation because of shallow processing, and because of pragmatic factors, which overrule semantics and syntax. In this paper it is argued that this analysis is incorrect and that No head injury is too trivial to be ignored can be seen as an instance of the negative ‘No X is too Z to Y’ construction, which is a sub-construction of the abstract ‘No X is too Y to Z’ construction. This negative construction can be seen as a conventionalized construction (form-meaning unit) that has a transparent (i.e. linguistically analyzable) syntactic structure that can be linked to and motivated by other constructions. It is shown that the occurrence of negative ‘No X is too Z to Y’ construction has to do with the rhetorical function of the infinitival verb in these sentences, and the need to express particular information by a form-meaning element. This study stresses the importance of the rhetorical dimension of constructions.

Discussie over C.L. Ebeling, Semiotaxis. Over theoretische en Nederlandse syntaxis - De betekenis en interpretatie van Semiotaxis

Semiotaxis van C.L. Ebeling (2006) werd in Nederlandse Taalkunde al besproken door A.M. Duinhoven (2007), die vooral inging op de theoretische uitgangspunten van Ebeling en het door hem gebruikte notatiesysteem. Vanwege de beperkte omvang van een boekbespreking kon Duinhoven slechts een paar van de vele onderwerpen die Ebeling aan de orde stelt, in meer detail behandelen. Gezien de veelzijdige inhoud van Semiotaxis, bleef er dan ook voldoende ruimte om in de rubriek Discussie nogmaals aandacht te vragen voor dit werk. Een aantal auteurs werd gevraagd te reageren op Ebelings analyse van een specifiek probleem uit de Nederlandse grammatica. De gekozen onderwerpen waren uiteindelijk de volgende: het lidwoord en lidwoordloosheid (Ina Schermer), de betekenis(sen) van het voltooid deelwoord (Els Elffers), de valentiestructuur van werkwoorden (Timothy Colleman) en grammaticaal geslacht/genus (Andries van Helden); Henk Verkuyl las op ons verzoek Semiotaxis met de bril van een logisch-semanticus. De vorm van deze rubriek gaf ons bovendien de mogelijkheid om in een afsluitende bijdrage Ebeling zelf op zijn critici te laten reageren. In deze inleiding schetsen we eerst de historische en theoretische achtergronden van Semiotaxis en vatten we de bijdragen aan de Discussie kort samen.