H.W. Denissen
Academic Center for Dentistry Amsterdam
Network
Latest external collaboration on country level. Dive into details by clicking on the dots.
Publication
Featured researches published by H.W. Denissen.
Journal of Prosthetic Dentistry | 1979
H.W. Denissen; Klaas de Groot
In this article, root implants implanted directly after extraction of the natural teeth were described. The root implants were made of densely sintered or hot-pressed calcium hydroxylapatite (CHA). The significance of using such implants as a method of preserving the bulk of the alveolar ridge and as possible anchoring sites for a post and core for fixed partial dentures was discussed.
Journal of Prosthetic Dentistry | 1989
H.W. Denissen; W. Kalk; A.A.H. Veldhuis; A. van den Hooff
An 11-year clinical research study was conducted with both unloaded bulk hydroxyapatite implants and loaded hydroxyapatite-coated titanium implants. A total of 102 submerged bulk hydroxyapatite implants were placed after extraction of teeth to maintain the volume of the residual alveolar ridge by their physical presence. All 21 implants under fixed partial dentures and 51 of 81 implants under lower complete dentures remained submucosal. A total of 71 hydroxyapatite-coated titanium implants were connected with permucosal superstructures by use of a two-stage method. Modifications in design and in implantation technique were required. This long-term research indicates that cylindrical hydroxyapatite implants are reliable devices as natural tooth root substitutes that bond directly to bone instead of simply being osseointegrated.
Journal of Prosthetic Dentistry | 1983
H.W. Denissen; Hein A. Veldhuis; Bob V. Rejda
M uch effort has been directed to the development of an endosteal implant as a substitute for the natural tooth root.lm3 Screws, pins, and blades made of metal, aluminum oxide, or vitreous carbon have been used with a moderate degree of success.4.5 Titanium root implants’ coated with a degradable tricalcium phosphate have the same disadvantage as other implant materials. When the coating is replaced by bone, the alveolar bone will again be confronted with a foreign material. Bone-mechanical compatibility as regards design of the implant and bone-physiologic compatibility as regards implant material are of the utmost importance. A cylindrical design results in more favorable stress distribution, both in the alveolar bone and in the implant, than conical, blade, or natural tooth root configurations.’ Research has shown that dense apatite ceramic (DAC) is the material of choice in substitution for the lamina dura of the natural tooth.8 The DAC material is directly and chemically bonded to bone; it is physiologically compatible with bone and is not degraded when implanted in bone.9s’o Dense apatite implants have been used in patients as a support for the cortical plates after extraction of the teeth.” Evidently they do not prevent resorption of the cortical plates but preserve the bulk of the ridge by acting as space maintainers.” The results with these submerged implants warrant research with transmucosal superstructures. This article presents data on the preparation, properties, and use of the DAC implant system in patients. The DAC endosteal implant consists of a titanium core for strength and a surface of DAC for interfacing with alveolar bone.
Journal of Materials Science: Materials in Medicine | 1995
H.W. Denissen; W. Kalk; E. van Beek; C.W.G.M. Löwik; Socrates Papapoulos; A. van den Hooff
A composite was made by adsorption of the bisphosphonate [(3-dimethylamino-1-hydroxypropylidene)-1,1-bisphosphonate; dimethyl-APD] into an hydroxyapatite (HA) tube. Adsorbed dimethyl-APD did not change the bulk properties of the HA tube but the surface properties were altered. The amount of 0.1 mmol/L dimethyl-APD adsorbed into the HA tube was 0.78 ( ± 0.20) μg after 4 weeks. The composite tube of HA and dimethyl-APD placed after extraction of teeth in the premolar regions of dogs were biocompatible, stable and bonded strongly and intimately to the alveolar bone. Although there was no bone resorption around the composite tubes, no conclusion can be drawn yet from this study as far as local inhibition of alveolar bone resorption is concerned.
Tandartspraktijk | 2010
H.W. Denissen; Alma Dozic
Zolang kinderen en adolescenten nog geen 20 jaar zijn, ligt het niet voor de hand om ‘permanente’ kronen en bruggen te plaatsen. Voorzover traditioneel kroon- en brugwerk permanent genoemd kan worden althans. Zolang de groei nog doorgaat, is het beter om zogenoemde semipermanente restauraties te vervaardigen. De directe composietveneerbrug is daar een voorbeeld van.
Tandartspraktijk | 2009
H.W. Denissen; Ana Milheiro; Alma Dozic; Tinkel van der Linden; Tsadok Hai; Jons Trouw
SamenvattingIn het vorige artikel (TP-Exkies, augustus 2009) beschreven we het computerondersteund ontwerpen (of CAD) en het computerondersteund produceren (of CAM) van geprefabriceerde tijdelijke kunststofbruggen. Deze tijdelijke bruggen worden uiteraard vervangen door meer permanente. Daarover gaat dit vervolgartikel.
Tandartspraktijk | 2009
H.W. Denissen; Ana Milheiro; Alma Dozic; André Hofmann; Jacob Reisig
SamenvattingDoor de computer is er een tendens dat niet de tandarts in de mond, maar de tandtechnicus op het studiemodel het CAD-ontwerp voor de tijdelijke brug maakt en deze ook met behulp van de computer slijpt uit een blok of schijf kunststof1. In het eerste deel van deze serie over geprefabriceerde CADCAM-bruggen gaat het over het inLab-systeem van Cerec en het ZENO Tec-systeem van Wieland. Het tandtechnisch deel van deze beide systemen wordt getoond aan de hand van het vervaardigen van een achtdelige geprefabriceerde, tijdelijke CADCAM-brug in de onderkaak en van eenzelfde zesdelige brug in de bovenkaak.
Tandartspraktijk | 2008
H.W. Denissen; Nejoud Alkaabi; Alma Dozic
SamenvattingIn voorgaande bijdragen beschreven we onderzoek waarbij de tandarts zelf door het maken van een extra tijdelijke brug, een bouwmodel (mock-up) kan verkrijgen voor een computerbrug. De anatomische mock-up brug wordt gescand met behulp van een laserstraal waardoor een digitaal model van de brug wordt gecreëerd. Vervolgens wordt het digitale bouwmodel van de brug computerondersteund verder ontworpen (CAD) en geproduceerd (CAM). De CAD/CAM-brug wordt daarna gefreesd uit een blok monochromatisch keramiek. (Afbeeldingen 1-5)
Tandartspraktijk | 2008
H.W. Denissen; Nejoud Alkaabi; Alma Dozic
SamenvattingEen CAD/CAM-brug is een restauratie die computerondersteund wordt ontworpen (CAD: computer-aided design) en computerondersteund geproduceerd (CAM: computer-aided manufacturing). Voor de CADprocedure is het nodig dat de tandarts een conventionele afdruk van de geprepareerde pijlerelementen maakt. De afdruk wordt naar het laboratorium gestuurd waar de afdruk wordt uitgegoten in gips. Het gipsmodel wordt vervolgens gescand, wat resulteert in een driedimensionale tekening van de pijlerelementen.Op deze digitale tekening ontwerpt de computer het bouwmodel van de pijlerkronen en het brugdeel. Dit digitale bouwmodel wordt naar de freesmachine gestuurd die de brug produceert (CAM) uit een blok keramiek.
Journal of Biomedical Materials Research | 1980
H.W. Denissen; K. de Groot; P.Ch. Makkes; A. van den Hooff; P. J. Klopper