Network


Latest external collaboration on country level. Dive into details by clicking on the dots.

Hotspot


Dive into the research topics where P.L.B.J. Lucassen is active.

Publication


Featured researches published by P.L.B.J. Lucassen.


Huisarts En Wetenschap | 2007

Somatische fixatie : Een nieuw leven voor een oud begrip (Beschouwing)

P.L.B.J. Lucassen; T.C. Olde Hartman; Machteld S. Borghuis

SamenvattingLucassen PLBJ, olde Hartman TC, Borghuis M. Somatische fixatie. Een nieuw leven voor een oud begrip. Huisarts Wet 2007;50(1):11-5. De theorie van somatische fixatie leidt tot een aantal vooronderstellingen bij huisartsen: vage onbegrepen klachten hebben vaak een psychosociale achtergrond; patiënten ontkennen die achtergrond; patiënten vragen vaak om onnodig medisch handelen en onnodig medisch handelen is schadelijk voor patiënten. Dit gedachtengoed wordt bij empirisch onderzoek inderdaad aangetroffen bij huisartsen. Patiënten met onbegrepen lichamelijke klachten hebben het gevoel niet serieus genomen en als psychisch geval beoordeeld te worden. Uit registraties van consulten van patiënten die met onverklaarde lichamelijke klachten hun huisarts bezoeken blijkt dat de vooronderstellingen van huisartsen niet kloppen. Patiënten ontkennen psychosociale oorzaken niet en het zijn niet patiënten maar huisartsen die onnodig medisch handelen veroorzaken. Huisartsen exploreren de klachten onvoldoende en schatten niet goed in waar patiënten voor komen. Zij tonen weinig empathie en medeleven waar dergelijke patiënten nu juist het meest behoefte aan hebben. Wil de huisartsgeneeskunde de pretentie van echt patiëntgericht werken waarmaken, dan zal de huisarts allereerst zijn vooronderstellingen moeten veranderen en vervolgens zijn gedrag in de spreekkamer.AbstractLucassen PLBJ, olde Hartman TC, Borghuis M. Somatic fixation. New life for an old concept. Huisarts Wet 2007;50(1):11-5.The theory of somatic fixation leads to a number of presumptions in the minds of GPs: vague and unexplained symptoms are frequently caused by psychosocial problems; patients deny the psychosocial causes; patients frequently request unnecessary medical interventions; the unnecessary interventions are harmful for patients. This mind-set has been demonstrated in empirical research. On the other hand, patients with unexplained somatic symptoms feel that they are not being taken seriously and are being assessed as a ‘psychological case’. As appears from consultation records of patients with unexplained somatic symptoms, the presumptions of GPs are not correct: patients do not deny psychosocial causes; it is not the patients but the doctors who are the cause of unnecessary medical interventions; GPs fail to investigate adequately the complaints of patients with unexplained symptoms; they are not clearly aware of the patients’ reasons for seeking help and fail to show empathy and compassion – things patients need most. If general practice really wants to realise its pretensions to work in a patient-centred way then GPs have to change not only their presumptions but also their consultation behaviour.


European Journal of General Practice | 2006

Do co-existing psychosocial problems influence the prescription of psychotropic medication in depressive and anxiety disorders?

E. van Rijswijk; P.L.B.J. Lucassen; E.H. van de Lisdonk; Frans G. Zitman; C. van Weel

Antidepressant treatment is recommended when a patient’s symptoms meet the criteria for a depressive disorder or an anxiety disorder. Treatment with benzodiazepines is considered to be effective for acute insomnia, acute anxiety and alcohol detoxification when prescribed for a restricted period of time (1 4). In guidelines for the prescription of these two types of psychotropic drug, no reference is made to specific factors in a patient’s circumstances that might cause or contribute to the above-mentioned disorders. Recently, we systematically explored the opinions of general practitioners (GPs) on the management of depressive and anxiety disorders. They were found to modify their management of depressive and anxiety disorders according to patient-context variables, and they were less inclined to prescribe antidepressants when psychosocial problems or deprivation accompanied a depressive disorder (5). This was in contrast with benzodiazepines, as these were often prescribed for psychosocial problems (6,7). Consequently, we expected that the prescription of antidepressants and benzodiazepines is codetermined by a patient’s psychosocial circumstances. Therefore, our objective was to study the influence of co-existing psychosocial problems on the prescription of antidepressants and benzodiazepines in patients with depressive and/or anxiety disorders. Methods


Huisarts En Wetenschap | 2012

Onverklaarde lichamelijke klachten.

T.C. Olde Hartman; H.J. van Ravesteijn; P.L.B.J. Lucassen

SamenvattingOlde Hartman TC, Van Ravesteijn H, Lucassen P. Onverklaarde lichamelijke klachten. Huisarts Wet 2012;55(7):301-5. De huisarts wordt vaak geconfronteerd met patiënten met somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK). Slechts een minderheid (2,5%) van deze patiënten houdt chronisch last van deze klachten, maar die minderheid doet wel een groot beroep op de gezondheidszorg. Veel huisartsen vinden de behandeling en begeleiding van patiënten met chronische SOLK moeilijk, met name het geven van goede en concrete uitleg. Om de arts-patiëntrelatie in stand te houden vallen huisartsen terug op zorgrituelen, zoals het inplannen van regelmatige contacten. Veel huisartsen hebben een contraproductief beeld van patiënten met SOLK. Het idee dat patiënten druk uitoefenen op de huisarts voor het krijgen van somatische interventies klopt niet, evenals het idee dat patiënten met SOLK niet willen praten over psychosociale problemen. De communicatie in de consulten met patiënten met chronische SOLK is vaak weinig gericht op het structureel uitdiepen van hun ideeën, angsten en verwachtingen. Hierdoor sluit de uitleg die de huisarts geeft vaak niet aan bij de patiënt. Dit is jammer, want goede communicatie over de aard van de klacht is essentieel voor de effectiviteit van de behandeling en begeleiding. Patiënten met chronische SOLK willen, net als andere patiënten, patiëntgerichte communicatie. Ze geven bovendien aan dat ze een langdurige en persoonlijke relatie met hun huisarts erg belangrijk vinden. Een dergelijke arts-patiëntrelatie is een krachtig therapeutisch instrument in de eerste lijn. Het belang dat zowel huisartsen als patiënten toekennen aan de communicatie en de arts-patiëntrelatie past naadloos in de filosofie van de huisartsgeneeskunde. Hoewel er ruimte is voor verbetering, is de behandeling en begeleiding van patiënten met chronische SOLK daarom een aangewezen taak voor de huisarts.. Olde Hartman TC,Van Ravesteijn H, Lucassen P. Medically unexplained physical symptoms. Huisarts Wet 2012;55(7):301-5GENERALpractitioners often see patients with medically unexplaïnable physïcal symptoms. Whüe only a minority (2.5%) of patients are chronïcally affected by these problems, these patients take up a relatively large proportion of GPs’ time and resources. Many GPs jïnd ït dfffïcult to treat and manage these patients, for lack of a clear and concrete explanatïon. They often resort to ’care rituals’, such as planning regular appointments. In many cases, this is because GPs have a counterproductive image of these patients as demandïng treatmentfor physïcal problems and not being prepared to consider the possibïlïty that they may have psychosocial problems. Whüe this image is undeserved, ït does ensure that GPs pay lïttle attention to the patients’ ideas, worries, and expectations. This results in a breakdown in communïcation. Thïs ïs unfortunate because patients with unexplaïnable physical problems also state that they jïnd it important to have a long-lastïng, personal relatïonshïp with theïr doctor. The doctor-patiënt relationship is one of the most powerful instruments available in primary care and there is room for improvement.


Archive | 2017

Hoe ontstaat SOLK; verklarende mechanismen

T. C. olde Hartman; P.L.B.J. Lucassen

Een hoofdstuk over de verklarende mechanismen voor onverklaarde klachten (SOLK) lijkt een contradictio in terminis. Hierbij moet aangetekend worden dat dit betekent dat er geen verklaring is vanuit medisch ziekteperspectief. Het ontbreken van een medische of somatische verklaring geeft meteen het probleem in de dagelijkse praktijk weer. Huisartsen vinden het geven van een goede uitleg belangrijk, maar hebben moeite met het uitleggen van een onverklaarde klacht in een consult. Veel patienten vinden uitleg krijgen over wat hen mankeert een van de belangrijkste redenen om naar de dokter te gaan. In dit hoofdstuk geven wij een theoretisch kader voor het ontstaan en voortbestaan van SOLK. Hierbij maken wij gebruik van het biopsychosociale model. Ook reiken wij een aantal voorbeelden aan hoe uitleg over de klachten eruit kan zien. In de medisch-wetenschappelijke literatuur zijn hiervoor verschillende uitlegmodellen (explanatory models) te vinden die in meer en mindere mate wetenschappelijk onderbouwd zijn.


Huisarts En Wetenschap | 2005

De dokter, de interventie en het effect

P.L.B.J. Lucassen; C. van Weel

SamenvattingDe persoon van de dokter bepaalt het effect van de interventie. Daar is in toenemende mate bewijs voor. Met woorden van deze strekking beschrijft de psychiater Van Os op de volgende paginas van Huisarts en Wetenschap het grote belang van de persoon van de dokter in de diagnostiek en de behandeling van depressieve patiënten.


Family Practice | 2008

Medically unexplained symptoms in family medicine: defining a research agenda. Proceedings from WONCA 2007.

T.C. Olde Hartman; L. J. A. Hassink-Franke; Christopher Dowrick; Sandra Fortes; Clk Lam; H.E. van der Horst; P.L.B.J. Lucassen; E.M. van Weel-Baumgarten


Journal of primary health care | 2011

Effectiveness of problem-solving treatment by general practice registrars for patients with emotional symptoms

L.J.A. Hassink-Franke; E.M. van Weel-Baumgarten; E. Wierda; M.W. Engelen; M. M. L. Beek; J.H.J. Bor; H.J.M. van den Hoogen; P.L.B.J. Lucassen; C. van Weel


Cochrane Database of Systematic Reviews | 2005

Alpha-glucosidase inhibitors for type 2 diabetes mellitus (Review)

F.A. van de Laar; P.L.B.J. Lucassen; R.P. Akkermans; E.H. van de Lisdonk; Guy E.H.M. Rutten; C. van Weel


Chinese Journal of Evidence-Based Medicine | 2006

Alpha-glucosidase inhibitors for Type 2 Diabetes Mellitus: A Systematic Review.

F.A. van de Laar; P.L.B.J. Lucassen; R.P. Akkermans; E.H. van de Lisdonk; Guy E.H.M. Rutten; C. van Weel


Cochrane Database of Systematic Reviews | 2008

Systemic corticosteroids for acute gout (Review)

Hein J.E.M. Janssens; P.L.B.J. Lucassen; F.A. van de Laar; M. Janssen; E.H. van de Lisdonk

Collaboration


Dive into the P.L.B.J. Lucassen's collaboration.

Top Co-Authors

Avatar

T.C. Olde Hartman

Radboud University Nijmegen

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar

C. van Weel

Radboud University Nijmegen Medical Centre

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar
Top Co-Authors

Avatar
Top Co-Authors

Avatar

F.A. van de Laar

Radboud University Nijmegen Medical Centre

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar

H.J. van Ravesteijn

Radboud University Nijmegen Medical Centre

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar
Top Co-Authors

Avatar

Juul Houwen

Radboud University Nijmegen Medical Centre

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar
Top Co-Authors

Avatar

Hugo W Stappers

Radboud University Nijmegen Medical Centre

View shared research outputs
Researchain Logo
Decentralizing Knowledge