Network


Latest external collaboration on country level. Dive into details by clicking on the dots.

Hotspot


Dive into the research topics where S. T. Houweling is active.

Publication


Featured researches published by S. T. Houweling.


Huisarts En Wetenschap | 2006

Taakverschuivingen in de eerstelijns diabeteszorg : Een enquête onder ruim vierhonderd praktijkondersteuners (Onderzoek)

S. T. Houweling; N. Kleefstra; E. van Ballegooie; Simon Verhoeven; H. J. G. Bilo; B Meyboom-de Jong

samenvattingHouweling ST, Kleefstra N, Van Ballegooie E, Verhoeven S, Bilo HJG, Meyboom-de Jong B. Taakverschuivingen in de eerstelijns diabeteszorg. Een enquête onder ruim vierhonderd praktijkondersteuners. Huisarts Wet 2006;49(3):118-22.Doel Een overzicht geven van de werkzaamheden van praktijkondersteuners (POH’s) op het gebied van diabetes mellitus type 2 (DM2): welke taken voeren zij uit; hoeveel tijd besteden zij aan de verschillende onderdelen. Daarnaast onderzochten wij wat de rol van de huisarts in diabeteszorg is, of er rekening wordt gehouden met de wet- en regelgeving en of er verschil is tussen de POH’s met een achtergrond als verpleegkundige en POH’s die eerder als doktersassistente werkten.Methoden Elektronische enquête met 72 vragen onder 760 praktijkondersteuners.Resultaten Er was een respons van 402 POH’s (53%) verdeeld over het gehele land. Achtennegentig procent van de POH’s was vrouw en de gemiddelde leeftijd was 41,2 jaar (SD 8,0). Van de POH’s was 44% eerder werkzaam als doktersassistente en 52% als verpleegkundige. Vierentachtig procent van de POH’s gaf aan voldoende bekwaam te zijn in het uitvoeren van haar taken; 33% van de POH’s gaf aan zelfstandig recepten uit te schrijven waarbij zij óf volledig geautoriseerd waren om elektronisch recepten uit te schrijven óf er geen controle door de arts plaatsvond of deze maar een formaliteit was. Daarbij ging het recept rechtstreeks naar de apotheek zonder dat de arts het onder ogen kreeg. Op de vraag of de huisarts zijn diabetespatiënten minimaal één keer per jaar op een reguliere diabetescontrole zag, antwoordde 51% ontkennend. Vijfennegentig procent van de POH’s voerde de driemaandelijkse controle uit en 71% de jaarcontrole. Eenenvijftig procent van de POH’s gaf aan wel eens een patiënt in te stellen op insuline. POH’s met een achtergrond als verpleegkundige verschilden van hun collega’s met een achtergrond als doktersassistente. Wat hierbij het meest opvalt is dat voormalige doktersassistenten meer recepten uitschreven dan verpleegkundigen, maar daarbij minder vaak schriftelijke protocollen gebruikten dan verpleegkundigen.Conclusie Deze steekproef laat zien dat met het instellen van de functie van POH het doel van de Landelijke Huisarts Vereniging (LHV) is bereikt: een professional in de huisartsenpraktijk integreren die (gedelegeerd) medische taken overneemt van de huisarts. Wel moet erop worden toegezien dat de kwaliteit gewaarborgd blijft en dat de huisarts haar expertise op het gebied van diabetes mellitus type 2 niet verliest.AbstractHouweling ST, Kleefstra N, Van Ballegooie E, Verhoeven S, Bilo HJG, Meyboom-de Jong B. Shifts in responsibility in first-line diabetes care. An investigation of more than four hundred practice supporters. Huisarts Wet 2006;49(3):118-22.Aim To obtain insight into the day-to-day duties of practice supporters (PSs) in the area of diabetes mellitus type 2 (DM2): what tasks are performed and how much time is spent on the different aspects of diabetes care. In addition we investigated the role of the general practitioner, the role of Dutch legislation and whether there are any differences between the PSs with a nursing background and those with a practice assistant background.Methods Electronic questionnaire with 72 questions sent to 760 PSs.Results A total of 402 PSs responded (53%) from all over the Netherlands. Of these, 98% were women and the average age was 41.2 years (SD 8.0). Forty-four percent of the PSs were practice assistants and 52% had a nursing background. Eighty-four percent claimed to be sufficiently proficient to carry out their tasks. Thirty-three percent of the PSs indicated that they write prescriptions independently, supervision being merely a formality or without oversight on the part of the GP, or they are fully authorised to forward electronic prescriptions directly to the pharmacy. Fifty-one percent of PSs indicated that the GPs do not see their patients with diabetes even once per year for follow-up. A number of differences were found between the PSs with a nursing background and those with a practice assistant background.The most striking difference is that the former practice assistants write more prescriptions but make less use of written protocols than the PSs with a background in nursing.Conclusion This sample survey shows that the establishment of the function of PS has achieved the goal of the LHV (Dutch Association of General Practitioners): that of integrating into the general practice setting a professional who is able to take over tasks delegated by the GP. Care should be taken to protect the quality of care and to maintain the GPs expertise in the area of DM2.


International Journal of Clinical Practice | 2012

Time for considering other blood pressure target values in elderly patients with type 2 diabetes

K. J. J. van Hateren; G. Landman; N. Kleefstra; S. T. Houweling; K. van der Meer; Henk J. G. Bilo

Although blood pressure control has undoubtedly proven its benefits in reducing the high cardiovascular risk in patients with type 2 diabetes mellitus (T2DM), it still remains unclear whether intensive antihypertensive treatment in old age (> 75 years) is beneficial. Many of the current guidelines recommend a systolic blood pressure (SBP) < 140 mmHg or lower, unless patients are at high risk for possible adverse events such as postural hypotension (1,2). This perspective aims to get a discussion started on the appropriate target SBP value for patients with T2DM aged older than 75 years.We would like to propose the less stringent value of< 160 mmHg in this specific population.


Diabetes Care | 2015

Management of Hyperglycemia in Type 2 Diabetes, 2015

Gijs W. D. Landman; N. Kleefstra; S. T. Houweling

The American Diabetes Association (ADA) and the European Association for the Study of Diabetes (EASD) convened a joint task force that examined the evidence on blood glucose–lowering therapy in adults with type 2 diabetes and published a position statement (1). Recently, these recommendations were updated and published in the January 2015 issue of the journal (2).nnThe ADA/EASD recommendations are postulated as being …


Huisarts En Wetenschap | 2006

Naar polikliniek verwezen patiënten met diabetes mellitus type 2 goed af met behandeling volgens NHG-Standaard

Wm Bakker; S. T. Houweling; H. J. G. Bilo; B Meyboom-de Jong

SamenvattingBakker WM, Houweling ST, Bilo HJG, Meyboom-de Jong B. Naar een diabetespolikliniek verwezen patiënten met diabetes mellitus type 2 goed af met behandeling volgens NHG-Standaard. Huisarts Wet 2006;49(1):15-9.Inleiding De politiek pleit voor een verbetering van de diabeteszorg door middel van taakdelegatie. Goede protocollen voor het behandelen van ontregelde diabetespatiënten zijn hiervoor nodig. Onze vraag is of de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 gebruikt kan worden als protocol voor de behandeling van ontregelde patiënten met diabetes mellitus type 2.Methoden Aan de hand een randomisatietabel is een aselecte steekproef genomen van 70 patiënten die naar de diabetespolikliniek van de Isala Klinieken in Zwolle waren verwezen. Zij werden behandeld door een basisarts die de NHG-Standaard strikt opvolgde. De uitkomstmaten zijn de dalingen van de streefwaarden van de NHG-Standaard wat betreft HbA1C, bloeddruk en vetspectrum en het aantal patiënten dat binnen een jaar die dalingen had bereikt.Resultaten Negendertig patiënten werden door hun huisarts niet volgens de NHG-Standaard naar de tweede lijn verwezen. Het HbA1C daalde gemiddeld 1,7 procentpunt; 97% van de patiënten had na de behandeling een goed of aanvaardbaar HbA1C (=8,5). Bij 60% was na behandeling de bloeddruk lager dan 150/85 mmHg en van 88% lag het vetspectrum binnen de streefwaarden.Beschouwing Behandeling van verwezen patiënten met diabetes mellitus type 2 door een basisarts die de NHG-Standaard strikt opvolgt is effectief, zelfs in een tweedelijnssetting. De vraag blijft of implementatie van deze behandeling in de eerste lijn en door verpleegkundigen mogelijk blijkt. Wel leidt het strikt opvolgen van de NHG-Standaard waarschijnlijk tot minder verwijzingen naar de tweede lijn.


Bijblijven | 2010

Een verhaal uit de dagelijkse praktijk

K. J. J. van Hateren; S. T. Houweling

SamenvattingRecentelijk zijn de glucagonachtige peptide-1 (GLP-1)-analogen liraglutide en exenatide, en de dipeptidylpeptidase-4 (DPP-4)-remmers sitagliptine en vildagliptine geregistreerd voor de behandeling van diabetes mellitus type 2. De werking van deze middelen berust op het incretinehormoon GLP-1, dat een belangrijke rol speelt bij de glucosehuishouding. Ten aanzien van de glucoseregulatie zijn GLP-1-analogen even effectief, en de DPP-4-remmers minder effectief dan de gangbare middelen. Ten opzichte van insuline leiden GLP-1-analogen tot een gewichtsafname van circa 5 kg. De effecten van de DPP-4-remmers op het gewicht zijn beduidend minder en vergeleken met placebo leiden ze tot een gewichtstoename van 0,6 tot 0,7 kg. Langetermijnresultaten van beide groepen middelen zijn nog niet bekend.


Netherlands Journal of Medicine | 2010

Self-monitoring of blood glucose in tablet-treated type 2 diabetic patients (ZODIAC).

N. Kleefstra; J. Hortensius; S. J. J. Logtenberg; Robbert J. Slingerland; Klaas H. Groenier; S. T. Houweling; Reinold Gans; E. van Ballegooie; Henk J. G. Bilo


Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde | 2004

Chromium and insulin resistance

N. Kleefstra; H. J. G. Bilo; Stephan J. L. Bakker; S. T. Houweling


Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde | 2004

Chroom en insulineresistentie.

N. Kleefstra; Henk J. G. Bilo; Stephan J. L. Bakker; S. T. Houweling


Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde | 2007

Kaneel : niet geschikt als behandeling voor diabetes mellitus

N. Kleefstra; S. J. J. Logtenberg; S. T. Houweling; S. Verhoeven; H. J. G. Bilo


Netherlands Journal of Medicine | 2012

What do professionals recommend regarding the frequency of self-monitoring of blood glucose?

J. Hortensius; N. Kleefstra; S. T. Houweling; J. J. van der Bijl; Reinold Gans; Henk J. G. Bilo

Collaboration


Dive into the S. T. Houweling's collaboration.

Top Co-Authors

Avatar

N. Kleefstra

University Medical Center Groningen

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar

Henk J. G. Bilo

University Medical Center Groningen

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar

Klaas H. Groenier

University Medical Center Groningen

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar

S. J. J. Logtenberg

University Medical Center Groningen

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar

Reinold Gans

University Medical Center Groningen

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar
Top Co-Authors

Avatar
Top Co-Authors

Avatar

Stephan J. L. Bakker

University Medical Center Groningen

View shared research outputs
Top Co-Authors

Avatar
Top Co-Authors

Avatar

Henk J.G. Bilo

University Medical Center

View shared research outputs
Researchain Logo
Decentralizing Knowledge